Projects About Contacts NL EN

De Coninck Law Firm
1994 — 1997 / Ghent

Het niet splitsen van werk en wonen herdefinieert beiden op een ruimtelijke meer veeleisende manier (en niet alleen omdat twee oppervlakken samengesmolten zijn). Deze architecturale leefwijze vergt van de bewoner veel maar is gelijktijdig een conventionele garantie voor persoonlijk welzijn.
An architecture where the ingredients of the life that one lives is mixed together also provides such spaciousness.
Een architectuur waar de ingrediënten van het leven dat men leeft met elkaar vermengd zijn levert ook zo'n ruimtelijkheid aan.
Een uitbreiding van het begrip wonen wordt relevant als men er ook werkt. Dit vormgeven levert meer dan anders een leefruimte aan.
En architecturaal item is multi-interpreteerbaar als ze ideeconglomeraten zijn.
Het mengen van architecturale begrippen levert hier een verrassend resultaat aan; een slaapkamer wordt balkon, een kantoor een zonneterras, vloerbalken zijn ook verlichting en verwarmingselement, een vloer is er ook werkzaam als raam, de noordgevel ontvangt de zon en knusse kamers geven ook onbegrensde ruimtelijkheid.
Bij een klein grondoppervlak heb je ook nog de hoogte om ruimtelijkheid te bekomen.
Verticale open ruimten zijn het middel tot verbinding van alle aangrenzende functies op elk verdiep.
De verticale open ruimte bevat zes diverse plateaus, de functies dat ze in ontvangst nemen variëren van werkplek tot slaapplaats, van fitnessruimte tot bibliotheek, van douche tot eetplaats. De scheidingen ertussen vervagen, de privacy neemt toe met de hoogte van de verticale ruimte.
De zes glazen vloeren zijn conform de benodigde discretie opaal dan wel transparant.
Door de ene functionaliteit in de andere te schuiven, ontstaan multifunctionele ruimtes die in alle richtingen kunnen worden verdubbeld door ze ook verticaal toe te passen. Elke functionaliteit lijkt zo overvloed aan ruimte te bezitten door ruimte te accumuleren van een naastgelegen functie.
De scheiding die bouwkundige begrippen inhouden als bureau, bibliotheek, eetplaats, living, poutrel, verlichting, verwarming zijn opgelost in één compositorisch geheel die functionele gelijktijdigheid bezit.
Werken in een context van licht en ruimte is een zegen op zich. Het zou een wet moeten zijn.
Een leefruimte zien als een ruimte voor zetels en een tafel is historisch gezien nieuw en houdt een miniaturisering in van het zijn. Ruimte en functionaliteit openen in elke zin biedt weerwerk aan deze tendens.
Ruimte kan worden gecreëerd voorbij de beperking van ruimtegebrek, dankzij architectuur.
Het niet splitsen van werk en wonen herdefinieert beiden op een ruimtelijke meer veeleisende manier (en niet alleen omdat twee oppervlakken samengesmolten zijn). Deze architecturale leefwijze vergt van de bewoner veel maar is gelijktijdig een conventionele garantie voor persoonlijk welzijn.
Een architectuur waar de ingrediënten van het leven dat men leeft met elkaar vermengd zijn levert ook zo'n ruimtelijkheid aan.